vrijdag 9 maart 2012

Wie ben ik? Of: over identiteit.


Als filosoof / filosofie student las ik veel artikelen die een titel hadden als bovenstaande. Twee varianten in een titel: "...., of: ...". En veel filosofische tractaten en essays hebben de vorm: "Over ...het onderwerp". Zo heet een beroemd boek van de 19e-eeuwse politicus en filosoof John stuart Mill "On liberty", in het Nederlands "Over vrijheid". Het wordt nog veel gelezen, trouwens.

Maar dat terzijde. Ik begin opnieuw.

"Wie ben ik?", is de vraag die ik even op tafel leg. Ik werd de afgelopen periode behoorlijk door elkaar geschud emotioneel door gebeurtenissen om me heen, in mijn familie en kennisenkring. Maar eigenlijk ook omdat ik serieus begonnen was met nadenken over de richting van mijn bedrijf. Gaat het de goede kant op. Gaat het nog over mij? Ben ik er nog happy mee?

Ik had me aangemeld voor de online suggesties over succes van Stan Lenssen, de 'succsplanner'. Een serie van vijf mails met daarin tips en suggesties hoe je naar succes in je werk kunt toewerken. De eerste vraag: "Waar brandt jouw heilig vuurtje voor?" En daar begon het gedonder. Ik dacht, eitje. Ik heb al eerder een loopbaantraining gedaan, dat soort vragen beantwoord ik met gemak. Ha, de hoogmoed.
Direct begon het te wringen van binnen.

Ook sprak ik met een collega ondernemer-fondsenwerver, en ook zij vroeg zich af: waar loop ik nou warm voor? Is dat dat voor anderen werken, of liever voor jezelf? En hoe noem je je product? Waar wil ik de komende jaren mee bezig zijn?

Dat soort vragen stel je jezelf niet voortdurend, en ook al zet je de deur open, dan stel je je die vraag niet elke dag. Maar dat gebroei was inmiddels wel begonnen. Ja, ik wil graag werken voor goede doelen. Maar ik begon toch te twijfelen, moet ik alleen maar voor anderen aan de slag? En wil ik de relatie met goede doelen zo indirect? Ik bedoel: ik herken me wel in de projecten van mijn opdrachtgevers, over het algemeen. Maar het is behoorlijk indirect. Zij bedenken een plan, en ik ga een beetje verplaatsen in hen, wat ze goed kunnen, stop er veel tijd in om het goed te presenteren. Zet mijn talenten daarvoor in. En dan gaan er aanvragen uit, of ik probeer er andere support voor te vinden. En als dat werk gedaan is, ga ik weer verder. Niet helemaal bevredigend.

Goed, hoor ik je zeggen. Ik doe ook wel dingen die mij niet helemaal liggen. Gelijk heb je. Ik gooi ook niet alles meteen overboord. Maar neem af en toe een half uurtje om er op te broeden. Ik maak eens een mindmap over lopende projecten en denk na over waar ik het meest warm voor loop. Opdat er een samenhangende lijn blijft bestaan in wat ik doe.

Ik kan ook kijken vanuit wat ik al gedaan heb? Zit daar een lijn in. Wat sprak me aan? Jarenlang hield ik mij bezig met filosofie en ethiek, met lesgeven en begeleiden. Dat vond ik enorm leuk, begeleiden van (afstuderende) studenten. Persoonlijke begeleiden van studenten bij hun eindscriptie in de ethiek of filosofie houdt vaak in dat je ook kijkt naar wat hen bezighoudt, wat hen drijft, hoe dat past bij de onderwerpkeuze voor hun scriptie. Het is persoonlijk, het is aandacht. Dat past bij mij. En dat soort contact heb ik lang niet altijd in opdrachten.

Terwijl ik bezig was met een opdracht, kwam ook een verzoek tot me om weer eens wat te doen voor een vereniging waar ik lid van ben: Vereniging Mensa Nederland. De voorzitter vroeg me een pr-klus op te pakken. En tussen neus en lippen door attendeerde ze mij erop dat er een bestuursfunctie vacant was gekomen (of twee eigenlijk). 'Ik zeg niets', zei ze erbij. (haha).

Om een lang verhaal kort te maken. Ik zei ja tegen de kleine klus. Werd overvallen door persoonlijke omstandigheden. En drie dagen voor de deadline van aanmelden voor die functie, dacht ik: nu moet ik beslissen. Ik belde iemand om advies. Ik bedacht wat ik te bieden had; dacht na of het mij wat leek. En ik wist het: ik wil al langer weer iets doen. Nou is dit meer dan 'iets', er staan spannende tijden voor de deur, volgend jaar bestaat de vereniging 50 jaar. De vereniging groeit, wil verder groeien. Leuke kansen om iets te betekenen. Dus ging ik even in de versnelling, schreef een oproep om steunbetuigingen (voorwaarde), en kreeg er zoveel dat ik erdoor overvallen werd.

Het resultaat is: vanaf 1 maart ben ik bestuurslid pr en communicatie van vereniging Mensa Nederland, een vereniging voor mensen met een hoge algemene intelligentie. Het wordt leuk, het wordt hectisch (soms). Ik heb er zin in.

En is dit nu wat ik ben? Nee en ja, het is een deel van mij. En omdat dit toch een behoorlijke wending in mijn keuzes is, ga ik de komende tijd toch ook die andere aspecten van mezelf nog maar eens af. Hoe breng ik die in in wat ik doe? Waar haal ik mijn lol uit? Waar kan ik bijdragen? Wat is mijn meerwaarde voor klanten? En dan kom ik vanzelf langs al die lagen in mijn identiteit: vrouw, ondernemer, filosoof, docent, schrijver, fondsenwerver, intelligente snelle denker, schilder/tekenaar (nieuwe liefde), dansliefhebber, taalgek, vriendin en moeder.

Het zijn heel wat lagen, heel wat ballen om in de lucht te houden ook.

Links
De website van de Mensavereniging (Nederland)